B2B - PROJECTONTWIKKELAAR & INVESTEERDER

Als geëngageerde bouwpromotor of investeerder, wil je meer doen dan stenen stapelen en winst maken. Zo bouw je door kwaliteitsvolle architectuur ook graag aan groene, levendige buurten én een duurzaam DNA. Samen kijken we hoe demografische, maatschappelijke en ecologische transities voor jou kansen kunnen zijn, om te blijven vernieuwen, evolueren. Zodat je bedrijf, ook in de toekomst, een duurzame koploper is.

 

Nieuwe woonvormen brengen duurzaamheid tot bij een grotere markt. Ze creëren een brug tussen willen & kunnen.

 

Onze woonkeuze wordt mede bepaald door levensfases en gezinstoestand. Door vergrijzing, gezinsverdunning en meer singles is er nood aan compacte, maar leerbare én betaalbare alternatieven. Dit groeiend marktsegment, 65% à 70%, blijft in Vlaanderen nog al te vaak op hun honger zitten. Want noch de vrijstaande villa of het gangbare appartement beantwoord aan hun budget of woondroom. Evenals gezinnen met tweeverdieners, verkiest het merendeel nog steeds, RURALE kwaliteiten. Ze dromen van een gezellige buurt, rust, privacy, zicht op groen, een eigen tuin of ruim terras. Maar vinden nog amper een alternatief dan de letterlijke vertaling: mn. de verkavelingswoning. Terwijl geen oplossing is voor hun én onze uitdagingen: betaalbaarheid, vereenzaming, sociale cohesie en grond-consumptie. Het zuivere ‘cohousing’ klinkt voor de gemiddelde Vlaming nog wat te dichtbij. Maar voor haar mildere vorm, met meer vrijheid en privacy, mn. collectief wonen, is er veel meer interesse. Want minder onderhoud, betaalbaarheid, sociaal contact en gezamenlijke energie-oplossingen spreekt het merendeel wél aan. Zo zou twee op drie Belgen bv. best bereid zijn hun tuin te delen met andere gezinnen. Vernieuwende woonvormen hebben, mits een doordacht ontwerp, de kracht om rurale kwaliteiten én kernverdichting te verenigen. Daarom focust de STUDIO & LAB in haar onderzoek en ontwerpen op deze essentiële kwaliteiten. Zodat ‘collectief wonen’ voor haar bewoners een volwaardig alternatief wordt voor de verkavelingswoning. Door deze behoefte-gerichte aanpak, mét oog voor het brede plaatje, kan kernverdichting een ticket worden voor een aangenamer en duurzamer leven. Met meer tijd en budget voor leefplezier, terwijl ook de gemeenschap én planeet er wel bij vaart.

 

We want … a shrubbery, one that looks nice and not to expensive … - before the just and fair Knights say SI. Als je hun woondromen echt begrijpt, kan kernverdichting een ticket zijn voor meer leefplezier.

Project types: nieuwe woonvormen, collectief wonen, delend wonen, cohousing, veranderingsgericht en aanpasbaar bouwen, generatiewoningen, casco plus of klus-woningen, etc.


I’ve been there, done that… nope, toch niet. OK, wat is er dan anders?

Het gaat om meer dan het neerzetten van blokken op een perceel. Maar om het creëren van een buurt, een gemeenschap met een duidelijke visie, een gemeenschappelijk verhaal. Bij cohousing deelt men een extra ‘leef’ - ruimte of ‘common room’. In haar mildere vorm, collectief wonen, zijn het eerder neven-functies: tuin, moestuin, klus of BBQ -shelter, parkeerplaats, fietsberging en deelfietsen of wagens ... etc. In de ontwerpen zitten subtiele uitnodigingen, om elkaar toevallig te ontmoeten. Het sociale aspect doet er dus toe. Je herkent er elementen in van ‘social design’, waarbij men met ‘design’ een positief impact probeert te hebben, op de sociale cohesie. En toch biedt deze woonvorm, evenveel vrijheid en privacy als gangbare projecten. Dit komt oa. door aandacht voor inkijk, zeer ruime terrassen en/of een eigen tuintje, bovenop een gedeelde tuin.

De individuele woningen zijn wat compacter, doch zonder ieders nood aan ‘eigen-ruimte’ uit het oog te verliezen. Bovendien wordt ingespeeld op de deel-economie. Waarbij het delende aspect budget geeft voor zaken die individueel moeilijker haalbaar zijn; zoals meer energiezuinigheid, hernieuwbare energie, een gedeelde tuin met bv. een speelzone of zwemvijver. Zo creëert de ‘bouwshift’ kansen voor duurzame verdichting én een warmere buurt, meer groen en meer woonplezier. En dat geeft deze projecten én hun ontwikkelaars een onderscheidende meerwaarde.

Sommige ontwikkelaars focussen enkel op winst of rendement, ten koste van buurten, bewoners en alle aspecten van onze overheidsbudgetten én de samenleving. Terwijl ze de écht geëngageerde ontwikkelaars, de gehele sector, een slechte reputatie geven. Dus dit is een andere aanpak. Hier ligt de focus op verdichten met respect voor de context, op biodiversiteit, functie-verweving, delen, participatie én sociale innovatie.

Volgens binnen- en buitenlandse ontwikkelaars geeft een transparante, tijdige én goed geïnformeerde participatie, de grootste slaagkans. Het betrekken van stakeholders; het middenveld, de buurt en lokale overheiden, geeft nl. een beter zicht op de lokale noden. Kortom: een betere lokale verankering én wederkerigheid. Of zoals ik het noem: Elinor Ostrom’s RECIpe-PRO-CITY. En net dit creëert goodwill, draagkracht en ‘vertrouwen’ in jouw intenties bij de locale stakeholders. De STUDIO mikt bewust op ‘rechttoe rechtaan’ trajecten. Want kwaliteit, behoud van de eigenheid van de buurt en inspraak zijn de intentie, maar keuzestress, stilstand of budgetoverschrijding niet. We luisteren, analyseren, koppelen terug. Dus als creatievelingen en bouw-professionals zijn wij als vertalers, die de noden van eindgebruikers en de context vertalen in creatieve- en ‘op ons best’ onverwachte oplossingen.

Architect Bjarke Ingels, said: ‘The one thing all humans share, is that we all inhabit the same limited amount of real estate, which is planet earth.’ I politely disagree. We’re just one of our planets species. It’s not real estate, it’s common ground, we share and nurture back to health for future generations.


r

r

WAAR KAN IK MEER LEZEN & VINDEN?

De Limburgse Architectuurwijzer verzamelt op hun website mooie Vlaamse en Europese voorbeeldprojecten. De website www.ruimtelijkrendement.be  van het Vlaams departement Omgeving toont hoe we, door dichter bij elkaar te wonen en functies te vermengen, zuiniger met ruimte kunnen omspringen. Samenhuizen vzw verzamelt allerlei info over meer delend wonen. Bovendien organiseren ze ook een jaarlijkse samenhuizen-dag, waarbij voorbeeldprojecten de deuren openzetten voor bezoekers.

Voor meer inhoudelijke informatie zijn oa. volgende boeken aan te raden basiswerken: ‘Wonen in de 21ste eeuw’ van Peter Camp, ‘Wonen. Bouwstenen voor een habitologie’ van Sylvain De Bleeckere en Danny Windmolders.

De documentaire ‘Plannen voor plaats’ van Nic Balthazar en de Vlaams Bouwmeester toont met frisse ideeën hoe het anders kan. Langs de pijnpunten van ons woonbeleid uit het verleden, nemen ze je mee naar een groenere en fijnere toekomst.